- draai je vel regelmatig rond (om van alle kanten het ruimtelijk inzicht te ontwikkelen)
- vermijd een opstart van het ontwerpen door 'plekjes' te maken (die los van elkaar staan en geen groter verband vormen)
- zoek naar alle lange (hulp)lijnen: paralelle lijnen (gebaseerd op raaklijnen langs de gevels in de bebouwing), lijnen gemaakt door boomgroepen, hagen, erfgrenzen, hoogteverschillen
- leg een relatie met de binnenkant van de bebouwing: van binnen naar buiten kijken, relaties die doorlopen in de plattegrond van de bebouwing
- fantaseer over relaties buiten de tuin/plangebied: open/gesloten/half open begrenzingen van het plangebied
bepaal minimaal 4 standpunten waarvandaan je samenhangende scenes kunt waarnemen (van binnenuit, hoofdentree, neven-entree, van enige afstand, ...)
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten